Ga naar de inhoud

Zeg maar nee… dan krijg je er twee!

  • door
  • 4 min read
Zeg maar nee dan krijg je er twee

Als je zwanger bent, krijg je nogal eens ongevraagde opmerkingen en adviezen naar je hoofd geslingerd. Maar de absolute nummer één die ik tijdens mijn zwangerschap hoorde? “Zeg maar nee, dan krijg je er twee!” En geloof me, die heb ik minstens duizend keer gehoord.

Wat begon als een standaard echo bij de verloskundige, eindigde in een medische zwangerschap onder toezicht van het ziekenhuis. Waarom? Nou, tijdens die eerste echo keek de verloskundige ineens heel verbaasd. “Oh, uh… nou ehum…, ik zie twee kloppende hartjes.”

Wij, totaal onwetend: “Waar dan?”

Zij, nog steeds geschrokken: “In jouw buik.”

En zo begon ons tweelingavontuur! Vanaf dat moment werd ik overgedragen aan het ziekenhuis, want tweelingzwangerschappen brengen meer risico’s met zich mee. Denk aan vroeggeboorte, groeiachterstand en een verhoogde bloeddruk. Kortom, dubbel zoveel liefde, maar ook dubbel zoveel medische controles.

Handen aan mijn buik (en nee, bedankt)

Mijn zwangerschap verliep gelukkig fantastisch. Mijn buik groeide goed, en dat vonden mensen blijkbaar een vrijbrief om hem regelmatig even aan te raken. Superlief bedoeld (denk ik?), maar eerlijk: mega-irritant. Blijkbaar werkt een dikke buik als een magneet voor rondzwervende handen.

Onze tweeling bleek een eeneiige tweeling te zijn, en dat bracht extra risico’s met zich mee, zoals het Twin-to-Twin Transfusie Syndroom. Gelukkig kreeg ik hierdoor veel extra echo’s. En eerlijk? Dat was elke keer weer een feestje! Hoeveel moeders mogen nou élke twee weken naar hun baby’s kijken?

Van vakantiepret naar een onverwachte ziekenhuistrip

Tot aan de 31e week ging alles van een leien dakje. Zelfs op vakantie in Turkije (ruim 23 weken zwanger) straalde ik van oor tot oor op strand met 45 graden, terwijl anderen puffend op hun strandbedje lagen.

Tweede kerstdag, 31 weken zwanger, stond ik ‘s ochtends nog lekker, op een keukentrapje, een kozijn te schilderen in de babykamer. ‘s Avonds vierden we kerst bij vrienden. Alles leek normaal… totdat ik na het eten buikkramp kreeg. “Gelukkig” had de rest dat ook, dus ik dacht: vast iets verkeerds gegeten. Maar waar de anderen hun buikpijn snel kwijtraakten, bleef ik last houden. Stekende pijn. ‘s Nachts werd het alleen maar erger, en toen besloot ik toch maar het ziekenhuis te bellen.

Onderweg grapte ik nog: “Als dit al niet te doen is, hoe erg zijn weeën dan?!”

Nou, de grap was snel voorbij toen bleek dat de pijn geen simpele buikpijn was, maar échte weeën. En die wilden niet meer stoppen. Ik kreeg weeënremmers, maar mijn lichaam had daar geen boodschap aan. Na 52 uur weeën opvangen, werd onze eerste zoon geboren.

Een dubbele bevalling, letterlijk!

Babynummer één was er! Hij liet meteen van zich horen en werd direct klaargemaakt voor de couveuse. Maar babynummer twee? Die dacht: “Ik blijf lekker zitten!” Hij was omhoog gekropen en had zich in een onhandige positie gedraaid. Geen andere optie dan een spoedkeizersnede.

Ik dacht nog: “Hadden ze dat niet gelijk bij de eerste kunnen doen?”

Grappig detail: tijdens een van de eerste ziekenhuisafspraken had ik nog een grapje gemaakt naar de gynaecoloog. “Wedden dat ik van de één natuurlijk beval en dat de ander via een keizersnede komt?”

Hij lachte het weg. “Nee hoor, dat heb ik nog nooit meegemaakt.”

Nou… de volgende dag stond hij met een verontschuldigend gezicht naast mijn bed. Want jawel: het gebeurde!

Het tweelingleven: een attractie op wielen

Na een pittige ziekenhuisperiode mochten we eindelijk naar huis. En daar begon het echte avontuur. Ik dacht dat zwanger zijn van een tweeling al een publiekstrekker was, maar probeer eens met een duo-kinderwagen over straat te gaan.

Mensen voelden zich ineens geroepen om de meest bizarre vragen te stellen. “Zeker via IVF?” “Dit is niet natuurlijk gebeurd, hè?” “Hoe was je bevalling eigenlijk?” En mijn persoonlijke favoriet: “Och, is dit een tweeling?”

Nee, mevrouw, het is een drieling en nummer drie zit gezellig in de luiertas gepropt.

De goedbedoelde, maar nogal lompe opmerkingen waren soms nog erger. “Gecondoleerd…” “Jij liever dan ik.” “Oh, dit lijkt me echt de hel!”

Gelukkig kan ik na al die jaren zeggen: een tweeling brengt uitdagingen met zich mee, maar ook héél veel voordelen. We hoefden bijvoorbeeld maar één keer door het zwemlestraject heen (halleluja!), en onze jongens hebben vanaf dag één een beste vriend naast zich. Ze zijn vier handen op één buik – al knallen ze er af en toe ook flink op los, zoals broers dat doen.

Mijn gouden tip?

Ken je een tweelingmoeder? Wees lief voor haar. Bied een helpende hand. Want geloof me, soms kom je écht handen en voeten tekort met twee baby’s tegelijk. Maar ondanks alle chaos, slapeloze nachten en dubbele luiers, zou ik het voor geen goud anders willen! ❤